9 september 2015
De moeilijke weg van Margarita
"Je nergens thuis (mogen) voelen, dat moet verschrikkelijk zijn"; "Ik zou geen oog meer dichtdoen als ik uitgeprocedeerd was!" Reacties als dezen ontvingen wij als fractie de afgelopen weken meerdere malen naar aanleiding van de ontstane situatie rondom Margarita Alexandrova. Als SGP-fractie herkennen wij dit. Het moet een loodzware, onzekere weg zijn die dit meisje doormaakt in haar jonge leven: gevlucht uit Oezbekistan en na 7 jaar procederen in Nederland niet meer welkom te zijn in Nederland.
Toen wij ons verdiepten in de situatie van het land van herkomst van Margarita, schrokken we van de (moeilijke) positie die christenen als Margarita en haar moeder daar hebben. We hebben er dus begrip voor dat mensen vanuit emotie en meelevendheid reageren, een petitie starten om aandacht te vragen voor de positie van Margarita en te proberen de staatssecretaris te bewegen zijn discretionaire bevoegdheid te gebruiken om Margarita in Nederland te houden.
Toch hebben wij als fractie gemeend niet in dit emotioneel appel, maar vooral niet in de oproep tot protest mee te gaan. Dat heeft te maken met onze visie op de (gemeentelijke) overheid. Wij vinden het een groot goed dat wij in Nederland een overheid hebben die wetten maakt, die rechtspraak doet, en die de rechterlijke macht controleert. Wij hebben als gemeenteraad echter niet de bevoegdheid om van rechterlijke uitspraken als 'gemeenteraad' wat te vinden. Dat zou veel te ver gaan. Van den Bosch, fractievoorzitter in de gemeenteraad: „Dit is geen zaak voor de plaatselijke politiek en we moeten ook niet op de stoel van de rechter gaan zitten. Wij zijn geen partij die allerlei petities tegen gerechtelijke uitspraken ondersteunt. We vinden dit wel een lastige kwestie. Het meisje is hier inmiddels geworteld, en de mensenrechtensituatie in Oezbekistan is niet positief. De gemeente heeft dat voor de rechtbank ook bepleit. Desondanks heeft de rechter anders beslist. Dat maakt ons voorzichtig.”
Toch zijn we van mening dat we onze volksvertegenwoordigende rol zeker ook in de situatie van Margarita moeten gebruiken. Wij hebben onze Tweede Kamer fractie gevraagd zich over deze situatie te buigen. En dat hebben ze gedaan. Van der Staaij: "We zijn altijd bereid om daar serieus naar te kijken, zeker als het gaat om een land waar er sprake is van christenvervolging. Het overwegend islamitische Oezbekistan staat vijftiende op de Open Doorslijst van christenvervolging. Alle reden om te bezien of er aanknopingspunten zijn voor actie in Den Haag.”
Omdat de uitslag niet bekend is van al het werk wat gedaan is voor Margarita, leven wij met haar en haar moeder mee in deze moeilijke tijd.