7 maart 2015

SGP schoorvoetend achter maatregelen leerlingenvervoer

In de raadsvergadering van 5-3-2015 heeft de SGP-fractie ingestemd met de kostenbesparende maatregelen van het leerlingvervoer. Tegelijkertijd realiseren wij dat leerlingvervoer voor heel veel mensen heel belangrijk is. Het gaat vaak om kwetsbare kinderen die gebruik maken van speciaal onderwijs, voor mensen waar verwachtingen gecreëerd zijn als het gaat om signatuuronderwijs. Dat realiseren we ons terdege. Tegelijkertijd zien we ook dat de gemeente jaarlijks steeds meer geld uitgeeft aan leerlingvervoer. Veel meer dan strikt noodzakelijk. Dat is  wat ons betreft niet zonder plafond. Daarom hebben wij uiteindelijk ingestemd met enkele kostenbesparende maatregelen, nadat wij heldere toezeggingen van de wethouder kregen dat juist bij kwetsbare doelgroepen maatwerk voor financiële bezuiniging gaat.

Wij hebben middels een motie, die bijna raadsbreed aangenomen is, gevraagd aan het college om na een jaar met een grondige evaluatie te komen, waarbij de gevolgen voor onder andere genoemde groepen inzichtelijk gemaakt worden. Deze evaluatie is niet gericht op de financiële, maar juist op de kwalitatieve aspecten van de genomen maatregelen.

Onderstaand leest u de volledige inbreng van raadslid Bernard van de Belt.

Het zal je maar gebeuren. Je hebt 4 kinderen, waarvan twee kinderen die vanwege gedrags- en leerproblemen op het speciaal onderwijs hun onderwijs moeten volgen. Vanwege de identiteit kies je voor een school die bij je past, maar wel verder van je woonplaats af staat. Zwolle bijvoorbeeld. Gelukkig zijn de kosten en het organiseren van het vervoer geen belemmering, daar helpt de gemeente mee. En dat is maar goed ook, je financiele en mentale draagkracht houdt niet over. Totdat je op een dag een brief krijgt over bezuiniging op leerlingvervoer. Dat kan je er nog net bij hebben. Hoe moet dat nu? Zelf de kinderen naar school brengen? Wie gaat de benzinekosten betalen? en hoe moet dat met de andere kinderen? Wie brengt die naar school en zorgt voor hen? En hoe moet het met je baan?

In de commissievergadering hebben we hier reeds over gesproken. Onze uitgangspunten heb ik toen uitgelegd. Naast de vrijheid van onderwijs, vinden wij het een goede startpositie om te kijken naar de verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers. Zij zijn primair verantwoordelijk voor het onderwijs van hun kind. Tegelijkertijd moet wat ons betreft de overheid een schild van de zwakken in de samenleving hebben. Want om hen gaat het ons vanavond. 

We waren blij dat we merkten dat de wethouder deze uitgangspunten deelde.  Maatwerk was belangrijk. Een adequate oplossing gaat voor laagste prijs. Met verwachtingen die in het verleden geschapen zijn, moet voorzichtig omgegaan worden. Het financiele verhaal speelt zeker mee, hoewel het niet per definitie leidend is. 

Toch blijft een bepaald onbehaaglijk gevoel achter. Dit heeft met name te maken dat we als fractie het idee hebben niet helemaal grip op de problematiek te hebben. Wij hebben ons afgevraagd hoe dat komt. Volgens ons heeft het met het volgende te maken: De uitgangspunten zijn helder, maar de praktische consequentie niet.. Dat heeft volgens ons te maken met het feit dat het voorstel met name inzoomt op de minimale eisen voor de bezuiniging, je weet niet wat het plafond is. Tegelijkertijd krijgen wij niet helder wat nu precies de consequentie is voor gezinsituatie, mensen die kiezen voor speciaal onderwijs wat past bij identiteit, mensen die nu gebruik maken van signatuurvervoer, enz. Hoe weten we dat we niet de doos van pandorra binnenhalen?

Dat heeft deels te maken met het feit dat de wethouder na de behandeling van dit voorstel pas met ouders in gesprek gaat. Ik begrijp zijn argumenten, maar het geeft wel meer onduidelijkheid.  

Om de effecten van het beleid helder inzichtelijk te hebben als raad, en om, wanneer het effect van het beleid is dat er zwakken in de samenleving ernstig geraakt worden, bij te kunnen sturen, willen we het college verzoeken om een evaluatie. Daartoe dienen wij, samen met de CU, de volgende motie in:

Verzoekt het college:

Na een jaar na invoering met een kwalitatieve evaluatie te komen over het ingezette beleid, waarbij de verschillende doelgroepen nadrukkelijk worden betrokken.